Jouw aanpak bij het schrijven kenmerkt zich door veel plannen en weinig reviseren. Je neemt de tijd om eerst ideeën te genereren en die te ordenen in een tekstplan. Binnen no-time slingeren overal lijstjes, schema’s en mindmaps. Post-its zijn je beste vriend. Voordat je gaat schrijven kijk je nog eens kritisch naar het plan dat je hebt liggen en dan zet je in één ruk je tekst op papier. Aan deze versie hoef je vaak nauwelijks nog iets te veranderen.
De beeldhouwer
Jouw aanpak bij het schrijven kenmerkt zich door weinig plannen en veel reviseren. Je hebt snel een eerste versie op papier, waaraan je vervolgens schrapt en schaaft. Je kunt goed met de ogen van een buitenstaander naar je eigen tekst kijken en ontdekken wat er nog hapert. Je weet ook wat je moet doen om dat op te lossen. Bij elke versie worden je ideeën scherper. Na meerdere revisierondes heb je een tekst die kan worden ingeleverd.
De kritische redacteur
Jouw aanpak bij het schrijven kenmerkt zich door veel plannen én veel reviseren. Je denkt de inhoud eerst goed uit en maakt een tekstplan voordat je start met schrijven. Maar tijdens en na het schrijven kom je vaak nog tot nieuwe ideeën. Je leest je tekst daarom verschillende keren terug en schaaft waar nodig. Je voert daarbij een interne dialoog: ‘Is dit wat ik wil zeggen? Komt dit duidelijk over op de lezer? Gebruik ik de juiste woorden en terminologie?’ Soms gooi je een tekst aan het einde nog helemaal om als je denkt dat hij daar beter van wordt.
De doorpakker
Jouw aanpak bij het schrijven kenmerkt zich door weinig plannen en reviseren. Als je een opdracht krijgt begin je onmiddellijk te schrijven. De ideeën ontstaan tijdens het schrijven en het lukt je om ze direct op papier te zetten. Soms pas je tijdens het schrijven nog wel wat aan, maar vaak is dat niet meer dan een woordje. Je gooit niet snel de structuur van je hele tekst om. De eerste versie van de tekst is dan ook vaak de versie die je inlevert.
